Koffie en neurodegeneratieve aandoeningen
Koffie is een van de populairste dranken wereldwijd (1). Het bevat meer dan duizend biologisch actieve stoffen, waaronder cafeïne, tannine, eiwitten, vezels en lipiden (2). Verschillende studies hebben al aangetoond dat koffie-inname een positief effect kan hebben op neurologische aandoeningen. Zo zagen onderzoekers bijvoorbeeld een significante vertraging van de cognitieve achteruitgang in Alzheimerpatiënten en observeerden ze een verbetering van de motorische functie bij Parkinsonpatiënten (3-5). Hierbij werd steeds de vergelijking gemaakt tussen patiënten die koffie dronken ten op zichte van patiënten die dit niet deden.
Bij een studie naar Amyotrofe Laterale Sclerose (ALS), werd aangetoond dat wanneer personen 1-4 kopjes koffie per dag dronken, ze een verminderd risico hadden om de ziekte te ontwikkelen (6). Dronken ze echter decafeïne koffie in plaats van “gewone” koffie, dan hadden ze net een verhoogd risico (7). Dit kan verklaard worden door de afwezigheid van cafeïne die mogelijk verantwoordelijk is voor het beschermend effect. Bij verschillende diermodellen van ALS is namelijk aangetoond dat cafeïne zorgt voor een verminderde activatie van immuuncellen en een remmend effect heeft op de werking van bepaalde receptoren die verantwoordelijk zijn voor ontstekingsreacties (8, 9).
Link tussen koffie-inname en MS
Hoe zit het nu bij Multiple Sclerose (MS)? Onderzoek heeft al aangetoond dat mensen die meer dan 4 kopjes koffie per dag drinken, zo’n 30% minder kans lopen om MS te krijgen dan personen die geen koffie drinken (10, 11). Naast een verminderd risico op de ziekte, vond een andere Belgische studie ook een positief effect op het ziekteverloop wanneer personen toch MS krijgen (11). Ze vonden namelijk dat het ziekteverloop trager was bij MS-patiënten die dagelijks koffie dronken ten opzichte van patiënten die geen koffie dronken. Relapsing-MS patiënten die dagelijks een kopje koffie dronken, bereikten zelfs pas 5 jaar later een ziekte-score van 6 in vergelijking met patiënten met relapsing-MS patiënten die geen koffie dronken (11). Samengevat tonen deze studies dus aan dat koffie-inname het risico op MS vermindert en dat wanneer deze koffiedrinkers toch MS krijgen, de ziekte trager verloopt. Andere studies konden deze resultaten van deze onderzoeken echter niet bevestigen (12, 13). Zij vonden namelijk geen significant effect van de koffie-inname op het risico op MS en/of het ziekteproces ervan (12,13).
“Er is dus nog geen sluitend bewijs dat koffie effectief een gunstig effect heeft op het krijgen van en het ziekteverloop van MS”
Ook het mechanisme dat achter de mogelijk positieve effecten ligt, is nog onbekend. Wel zijn er al dierstudies die aantonen dat cafeïne en polyfenolen in koffie (zoals resveratrol) ontstekingen in de hersenen en oxidatieve stress kunnen verminderen; twee processen die een belangrijke rol spelen in het ziekteverloop van MS (14-16).
Koffie en MS-symptomen
Als we kijken naar het effect van koffie op de symptomen van MS, is er weinig verschil tussen MS- patiënten en gezonde controles. Koffiedrinkers zijn over het algemeen minder vermoeid, alerter en kunnen zich vaak beter concentreren (10, 17). De effecten zijn hierbij het grootst bij patiënten die meer vermoeidheid ervaren (17). Daarnaast zijn bijwerkingen beperkt en gelijkaardig bij gezonde controles en bij MS-patiënten. Zo zijn er klachten van hoofdpijn, maagpijn of hartkloppingen mogelijk bij koffie inname. Deze zijn echter niet significant verschillend tussen de twee groepen (17). Een belangrijke kanttekening bij deze studie is wel dat er hier gekeken werd naar een vrij kleine studiepopulatie en dat er niet gecorrigeerd werd voor andere dranken die een positief/negatief effect kunnen hebben, zoals thee of alcohol.
Samengevat
Verschillende studies tonen aan dat er een link is tussen koffie-inname en het risico op de ontwikkeling van MS. Daarnaast is er mogelijk ook een effect op de snelheid van het ziekteverloop. Welk molecule hier precies voor verantwoordelijk is, is nog niet geweten. Er is daarom verder onderzoek nodig om de onderliggende mechanismen op te helderen. Echter af en toe een kopje koffie kan dus geen kwaad.