Datum: 5 september 2022
Deel dit artikel via:

Zuivel / de melk-eiwitten: butyrofiline en caseïne

Nieuwe inzichten in rol melkeiwitten bij verloop MS

Onlangs werd een studie gepubliceerd in een toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift, waarbij onderzoek gedaan werd naar de mogelijke correlatie tussen melkconsumptie en het ontwikkelen van MS. Dit bestaande artikel is naar aanleiding hiervan aangevuld met de kennis vergaard uit deze studie.

Eiwitten heeft iedereen nodig

Het menselijk lichaam heeft eiwitten nodig als brandstof, maar ook voor de groei en het herstel van weefsels. Hiervoor worden eiwitten in het lichaam afgebroken tot aminozuren, de bouwstenen waaruit al onze weefsels zijn opgebouwd. Eiwitten halen we uit onze voeding. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eiwitten voor volwassenen is 0,8 tot 1,2 gram per kg lichaamsgewicht. Belangrijke bronnen voor eiwitten zijn peulvruchten, vleesproducten, eieren en zuivelproducten.

Melk en Multiple Sclerose

Verschillende studies suggereren dat er een link bestaat tussen de consumptie van melk en multiple sclerose (MS)1. Een wereldwijde studie uit 1992 onderzocht bij inwoners uit 27 landen de relatie tussen de consumptie van zuivelproducten en de prevalentie van MS.

Er is een sterke samenhang tussen de consumptie van melk en de prevalentie van MS, maar dat geldt niet voor andere zuivelproducten.

Deze studie laat zien dat er een sterke samenhang is tussen de consumptie van melk en de prevalentie van MS. Dit verband werd niet gevonden voor andere zuivelproducten zoals boter of kaas. Als mogelijke verklaring wordt gesuggereerd dat bepaalde stoffen, die nog wel aanwezig zijn in melk maar niet meer in verder verwerkte zuivelproducten, een rol spelen bij het ziekteproces van MS.

Welke rol speelt butyrofiline?

Nader onderzoek uit 20002  en 20043 4  met zowel proefdieren als personen met MS laat zien dat het melk-eiwit butyrofiline (of butyrophilin) hierbij een rol zou kunnen spelen. De moleculaire structuur van butyrofiline lijkt erg veel op die van een bepaald eiwit, genaamd myelin oligodendrocyte protein (MOG). MOG is een van de bouwstenen van de myelineschede rondom onze zenuwbanen. Hierdoor kan het immuunsysteem, na in contact te zijn gekomen met butyrofiline, ook gaan reageren op MOG. MOG is één van de bouwstenen van de meyelineschede rondom onze zenuwbanen. Hierdoor kan het immuunsysteem, na in contact te zijn gekomen met butyrofiline, ook gaan reageren op MOG.

In de studie uit 2004 hebben onderzoekers aangetoond dat het immuunsysteem van patiënten met MS reageert tegen butyrofiline en dat ook antilichamen tegen MOG reactief zijn tegen butyrofiline. Antilichamen zijn kleine moleculen die zich kunnen hechten aan een ziekteverwekker, of, in het geval van een autoimmuunziekte, aan een lichaamseigen stof. Vervolgens worden deze antilichamen herkend door andere immuuncellen en volgt er een ontstekingsreactie. In hoeverre deze kruisreactiviteit bijdraagt aan het ontstaan of aan het verergeren van MS, blijft echter tot op heden onduidelijk.

Wat betekent dit voor MS?

Blootstelling via de omgeving aan antigenen die op MOG lijken, kan echter ook een positief effect hebben op het immuunsysteem: er treedt gewenning op. Het immuunsysteem wordt daardoor tolerant voor dit antigen. Zo hebben onderzoekers2 laten zien dat in een ratmodel voor MS, inspuiting van butyrofiline bij reeds zieke dieren ervoor zorgde dat de immuunreactie tegen myeline sterk verminderd werd. Een vergelijkbaar effect werd door een andere onderzoeksgroep4 gevonden in een muismodel voor MS. Tot op heden zijn er echter geen studies gedaan met menselijke proefpersonen, waardoor deze resultaten niet zomaar vertaald kunnen worden naar iemand met MS.

Rol van caseïne

Onlangs is aangetoond dat een ander melk-eiwit, genaamd caseïne, qua moleculaire structuur lijkt op een ander bouwsteen uit de meyelineschede, namelijk myelin-associated glycoprotein (MAG) Dit is verder onderzocht in een studie6 uit 2022, waarbij onderzoekers laten zien dat injectie van caseïne bij muizen zorgt voor een reactie van immuuncellen die vervolgens leidt tot afbraak van het myeline in het centrale zenuwstelsel. Het type immuuncellen dat hierbij met name betrokken is, zijn de zogenaamde B-cellen. Dit zijn cellen die antilichamen aanmaken. Het onderzoek toont aan dat bij muizen de antilichamen die caseïne herkennen, ook binden aan myeline. Daarnaast lieten de bevindingen zien dat er bij personen met MS verhoogde niveaus van de antilichamen tegen caseïne in het bloed aanwezig waren. ook deze menselijke antilichamen bleken in beperkte mate te binden aan het myeline.

Samenvatting

Op basis van de dierstudies in muizen en ratten lijkt het melk-eiwit butyrofiline een interessante kandidaat voor de ontwikkeling van nieuwe immunomodulerende therapieën. Echter, het laatste wetenschappelijke artikel hierover is al in 2004 gepubliceerd. Het recente artikel over caseïne belicht de mogelijk schadelijke effecten van bepaalde melk-eiwitten. Wanneer het immuunsysteem reageert op een onschuldig eiwit zoals caseïne, ontstaat er een soort allergische reactie waarbij antilichamen gemaakt worden. Mogelijk kan deze allergisch reactie in personen met MS ertoe leiden dat hun ziekte verergerd, maar hiervoor bestaat nog geen wetenschappelijk bewijs. Concreet lijken er nog geen directe aanwijzingen te zijn dat de consumptie van melk heilzaam, dan wel schadelijk is voor iemand met MS. Wel zou overwogen kunnen worden om personen met MS periodiek te testen op aanwezigheid van antilichamen tegen melk-eiwitten in het bloed, en patiënten met deze antilichamen te adviseren hun melkconsumptie te beperken.

Referenties

  1. Malosse D, Perron H, Sasco A, Seigneurin JM. Correlation between milk and dairy product consumption and multiple sclerosis prevalence: a worldwide study. Neuroepidemiology. 1992;11(4-6):304-12.
  2. Stefferl A, Schubart A, Storch M, Amini A, Mather I, Lassmann H, et al. Butyrophilin, a milk protein, modulates the encephalitogenic T cell response to myelin oligodendrocyte glycoprotein in experimental autoimmune encephalomyelitis. Journal of immunology (Baltimore, Md : 1950). 2000;165(5):2859-65.
  3. Guggenmos J, Schubart AS, Ogg S, Andersson M, Olsson T, Mather IH, et al. Antibody cross-reactivity between myelin oligodendrocyte glycoprotein and the milk protein butyrophilin in multiple sclerosis. Journal of immunology (Baltimore, Md : 1950). 2004;172(1):661-8.
  4. Mana P, Goodyear M, Bernard C, Tomioka R, Freire-Garabal M, Linares D. Tolerance induction by molecular mimicry: prevention and suppression of experimental autoimmune encephalomyelitis with the milk protein butyrophilin. International immunology. 2004;16(3):489-99.
  5. Kennel De March A, De Bouwerie M, Kolopp-Sarda MN, Faure GC, Bene MC, Bernard CC. Anti-myelin oligodendrocyte glycoprotein B-cell responses in multiple sclerosis. J Neuroimmunol. 2003;135(1-2):117-25.
  6. Rittika Chunder, Alicia Weier, Hannah Maurer, Nicolas Luber, Michael Enders, Gabriele Luber, Thorsten Heider, Alfred Spitzer, Sabine Tacke, Janine Becker-Gotot, Christian Kurts, Radhika Iyer, Peggy P. Ho, William H. Robinson, Tobias V. Lanz, and Stefanie Kuerten. Antibody cross-reactivity between casein and myelin-associated glycoprotein results in central nervous system demyelination. PNAS 2022 Vol. 119 No. 10 e2117034119

wij·zer

  1. (de; m; meervoud: wijzers) iets dat wijst: de wijzers van een horloge; bladwijzer, wegwijzer
  2. (bijv. naamwoord) vergrotende trap van ‘wijs’ – met veel kennis en inzicht; verstandig

wij·ze

  1. (zelfstandig naamwoord, meervoud: wijzen) manier waarop, levenswijze

Meer uitleg bij termen omtrent multiple sclerose
Bekijk onze verklarende woordenlijst
© MS Wijzer 2024